Start/Stop systeem is van heel veel factoren afhankelijk. Een van de meest voorkomende redenen waarom start/stop niet werkt is een te lage accu spanning, maar er zijn nog veel meer parameters, zoals bijv climate control nog niet op ingestelde temperatuur, motor koud enz enz (overigens zijn veel mensen blij als het niet werkt
)
Zie:
REGELPROGRAMMA
Vanwege comforteisen, ter beperking van de uitstoot en om veiligheidsredenen, wordt in sommige gevallen de normale werking van het systeem geblokkeerd.
Voorwaarden voor het niet uitzetten van de motor
Wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt de motor niet uitgeschakeld wanneer zich een van de volgende situaties voordoet:
- motor nog koud (temperatuursensor geeft aan dat temperatuur lager is dan ca. 40 °C);
- accu onvoldoende geladen (minder dan 75%) of accuconditiesensor defect;
- beperkte onderdruk in het remsysteem (waargenomen door de betreffende sensor, bijvoorbeeld na herhaaldelijk intrappen van het rempedaal);
- regeneratie roetfilter bezig (alleen bij dieselmotoren met DPF)
- spanningsstabilisator defect
- achterruitverwarming ingeschakeld (in dat geval wordt verondersteld dat de bestuurder de ruiten wil ontwasemen, waarvoor de motor moet blijven draaien
zodat warme en/of gekoelde lucht beschikbaar blijft)
- ruitenwissers langer dan 4 seconden ingeschakeld op maximale snelheid (in dat geval wordt verondersteld dat de weersomstandigheden zodanig zijn dat
maximaal rijcomfort de voorkeur geniet)
- bestuurdersportier niet gesloten;
- veiligheidsgordel bestuurder niet omgelegd;
- achteruit ingeschakeld (om te voorkomen de motor bij parkeermanoeuvres wordt uitgeschakeld);
- bij automatische airconditioning, zolang nog niet een comfortabele temperatuur in het interieur is bereikt (verschil tussen ingestelde temperatuur en
daadwerkelijke temperatuur in auto meer dan 4 °C) of als de MAX-DEF-functie is ingeschakeld;
- defect bij een of meer sensoren of systemen gevonden
- in de eerste gebruiksperiode als het systeem zichzelf instelt.
- zeer lage buitentemperatuur (met bijbehorende melding)
In bovengenoemde gevallen verschijnt er een melding op het display en gaat het lampje (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel knipperen.
Voorwaarden voor het opnieuw starten (automatisch)
De motor wordt geforceerd automatisch opnieuw gestart, ook zonder ingrijpen van de bestuurder, onder de volgende omstandigheden:
- te lage onderdruk voor het remsysteem: als de onderdruksensor een te lage waarde aangeeft, wat duidt op een mogelijk verlies aan remcapaciteit, wordt op deze
manier voorkomen dat de auto vanwege eventueel drukverlies in de rembekrachtiger een ongewenste beweging maakt wanneer hij met de motor uit op een
helling stilstaat
- auto rijdt: als de snelheid hoger is dan 5 km/h wordt hierdoor gevaarlijke situatie voorkomen die kan ontstaan als de auto op een afdaling niet kan afremmen op
de motor.
- motor te lang door het systeem uitgeschakeld: de motor wordt opnieuw gestart wanneer deze door het systeem langer dan 160 seconden is uitgeschakeld mits
de versnellingspook nog in de vrijstand staat.
en